Soms heb je van die dagen dat je gewoon zin hebt om de hele dag in de keuken te staan. Jazzmuziekje op, slofjes aan die koddige voetjes van je, en dan heerlijk urenlang kokkerellen
maar vandaag is niet zo’n dag. Vandaag is het zo’n dag dat je moet rennen om op tijd in de Albert Heijn binnen te struikelen en dan op weg terug naar huis al je boodschappen op je stoep kapot laat lazeren.
Vandaag is zo’n dag dat je degene op wie je al lang stiekem een oogje hebt komt eten en je hebt niks in huis en alles is al dicht.
Of het mag ook wel gewoon zo’n dag zijn dat alles prima gaat maar je gewoon weigert de deur uit te gaan. Wat de reden ook is, het scenario is dat je moet koken met wat je in huis hebt. Ok? Zitten we op dezelfde golflengte? Okee, mooi.
Wat kan je maken als je geen boodschappen kunt of wil doen maar wel iets fatsoenlijks wil eten? En snel? Gewoon uit je voorraadkast? Mijn antwoord is: Cacio e Pepe.
Cacio e Pepe is een prachtig oud Romeins gerecht dat blah blah blah ain’t nobody got time for that.
Wat het namelijk ook is, is een heerlijk gerecht dat klaar is in de tijd dat de pasta gaar is, en die vrijwel in z’n geheel in je voorraadkast op je paniekerige graaivingertjes ligt te wachten.
Dit is namelijk alles wat je nodig hebt:
- Pasta (het liefste spaghetti of linguine, maar in paniek werkt alles)
- Pecorino of Parmezaan
- Boter
- Versgemalen zwarte peper
- Zout
- Olijfolie
That’s it! En als je nou gaat zeuren dat je geen parmezaan in huis hebt moet je gewoon stoppen met zeuren en zorgen dat je altijd parmezaan in huis hebt.
Right. All aboard!
Zet eerst een pan met water op het vuur voor de pasta. Doe er niet al te veel water in: het beste is als het water net de pasta bedekt als die eenmaal braaf op de bodem van de pan gebogen ligt, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik weet dat ik elders andere dingen heb geroepen over pasta, maar het is van belang dat het water dat overblijft na het koken goed veel zetmeel bevat om de saus goed te binden, en dat werkt nou eenmaal beter met minder water. Kook de pasta met een snufje zout.
Zet nu ook een grote koekenpan (groot genoeg dat de pasta er straks in past) op een laag vuurtje, en maal er een flinke eetlepel zwarte peper in. Laat het een minuutje staan, tot de peper net begint te borrelen, en zet dan het vuur uit tot de pasta bijna klaar is.
Als de pasta ongeveer twee minuten korter heeft gekookt dan de verpakking aangeeft, zet je de peperpan weer op het (allerlaagst mogelijke) vuur en smelt je er een klontje boter bij. Schep nu twee lepels van het zetmeelwater uit de pastapan erbij en schep de pasta met een tang in de koekenpan. Luister even naar het geluidje dat het maakt: hoe agressiever het klinkt, hoe heter de pan en hoe groter de kans dat je de hele bende verneukt zodra je de kaas erbij doet. Zet ‘m op laag vuur, seriously.
Rasp nu een handvol parmezaan over de pasta, giet er wat olijfolie over en maal nog een beetje peper erbij, en roer dan de hele bende flink door elkaar, schuddend met de pan en het liefste zo dat de pasta door de lucht vliegt. De bedoeling is dat het eruitziet alsof je er slagroom bij hebt gedaan, en elk pastaatje voorzien is van de peperige kaasroomslushsaus. Als dat nog niet zo is, is het antwoord waarschijnlijk: meer pastawater. Blijf dat toevoegen tot je een pan vol romige perfectie hebt.
En klaar! Ramp afgewend.
Volgende ochtend weer honger gekregen? Try this: